18 November 2012

Zie ginds komt de stoomboot, eeuwfeest met loods

De goede Sint

Sinterklaas is een van de succesvolste Nederlandse exportproducten. Anders dan de hatelijke import-Kerstman, die in één klap Sinterklaas en Kerst verpest, is hij diep geankerd in de folklore van de Lage Landen. De goedheilige man (links)


lijkt soms verdacht veel op zijn heidense collega, Woen [Wodan] die op een gevleugeld ros door de lucht rijdt (Streuvels, Het leven en de dood in de ast, blz. 150-151). Toch is een groot gedeelte van de Sinterklaasfolklore minder oud dan men denkt, en op één man terug te voeren: de Amsterdamse onderwijzer Jan Schenkman, die in 1850 de wereld Sint Nikolaas en zijn knecht schonk. Daar vinden we voor het eerst de Sint zoals we hem nog altijd kennen, compleet met stoomboot, zwarte knecht en zak (rechts).

Zie ginds komt de stoomboot

Ach, wie kan de onvergetelijke verzen van Schenkman Zie ginds komt de stoomboot niet meezingen? Een lied werd het echter pas in 1912, net een eeuw geleden. Toen werd er de melodie opgeplakt van het Boheems volksliedje Im Märzen der Bauer die Rösslein einspannt, het onderdeel 'maart' van een hele jaarcyclus. Het oorspronkelijke boerenlied, gevolgd door zes variaties, vindt u hier voor sopraan- en hier voor altblokfluit. Voor wie het nog groter ziet: hier (gedeeltelijk, en in mineur) voor strijkers en blazers, door niemand minder dan W.A. Mozart. Het is het menuet uit de serenade KV 250, geschreven voor het huwelijk van Marie Haffner, anno 1776. Beluister het hier (YouTube "Haffner serenade menuetto").

En voor wie het kinderfeest een fijne clericale toets wenst te geven (het gaat om een bisschop, vergeet dat niet) volgt hier nog de tekst in het Latijn:

Adventat iam navis ex Hispania
vehens Nicolaum stantem in prora.
Equus eius albus lascive exsultat,
vexillum iam flavum vento fluitat.

Servus Petrus niger ridens exclamat:
impigro ille bona, virgam pravo dat.
Sancte Nicolae, preces exaudi.
Domum meam noli clam praetervehi.

Wij ontlenen dit precieuze dichtwerk aan het heerlijke boek Sint-Nicolaasliederen, oorspronkelijke teksten en melodieën (Henk van Benthem, Kemper Conseil Leidschendam 2009). Een even grote aanrader is Het Sinterklaasboek (Eugenie Boer en John Helsloot, Waanders Uitgevers Zwolle, 2009). Met zo'n boeken in mijn kast kan ik niet anders dan het bekennen: ik ben een Sinterklaasfan. Maar lees vooral door.

De Waarheid

Inzake stoomboten kunnen we ons geen betrouwbaarder gids wensen dan de stoombootloods met schrijversnaam 'Diepte twee vadem!', in het vakjargon 'Mark Twain!' (hier de details). Aan hem danken we de morele leidraad:
Als je twijfelt, zeg de waarheid.

Briljant, vooral door wat het niét zegt. (Hier het origineel, uit Following the Equator, a journey around the world. De fictieve bron van de opschriften bij de hoofdstukken is de z.g. 'nieuwe kalender' van Pudd'nhead Wilson.) Aan mij is die kalenderwijsheid niet besteed, want mijn simplistisch standpunt is, dat alles wat je zegt waar moet zijn. Je hoeft daarom niet noodzakelijk de hele waarheid te zeggen, zover ben ik het met de kalender van Zultkop Wilson eens: de waarheid is het kostbaarste dat we hebben, wees er zuinig op (zie hier). Die eenvoudige opstelling heeft mij op ramkoers gebracht met kleuterjuffen en schooldirecteuren, die —vreemd genoeg voor opvoeders— over Sinterklaas manifeste leugens vertelden. Tja, mijn kinderen wisten 'het' dus, en genoten van het goede van Sinterklaas (nog x keer slapen, en dan is het zover) zonder het kwade (mijn ouders hebben mij wetens en willens wat op de mouw gespeld). Dit was overigens ook de regel tegen het eind van de 18de eeuw, toen de geest van de Verlichting (nog) heerste. Kinderen onwaarheden bijbrengen was uit den boze. (...) Cadeaus —dat moest hen van jongs af aan duidelijk gemaakt worden— kwamen van de ouders, en werden gegeven in naam van Sint Nicolaas. (Het Sinterklaasboek, blz. 150.)  

Ja maar, is de tegenwerping vandaag (twee eeuwen later dus), je moet dat als een sprookje opvatten. Sprookjes hebben ook (zeer) onaangename kanten, en zijn ook niet de waarheid. Inderdaad. Maar van een sprookje weet men dat het 'maar een verhaaltje' is, dat zich dan nog op zeer veilige afstand afspeelt: er was eens, in een ver land,... Een reus met zevenmijlslaarzen ontmoet je nooit in het echt, maar Sinterklaas staat plots in levenden lijve voor je kleuterneus. Hij spreekt slijmend en gedraagt zich onnatuurlijk, even vreemd als hij eruit ziet. Kinderen hebben volkomen gelijk als ze hem wantrouwen. Een stokoude vent die zich kapoentje noemt! (dixit Toon Hermans) Kinderen hebben dus schrik van Sinterklaas. Veel ouders beweren het tegendeel, maar enkel doordat zij een slecht geheugen hebben. Zij herinneren zich niet meer hoe zij met de bibberatie zaten toen zij oog in oog stonden met de z.g. kindervriend. Kinderen doen het letterlijk in hun broek van angst. Google even op "bang voor Sinterklaas" en u zult zien hoe erg het gesteld is.

Voor alle duidelijkheid: we hebben het hier niet over de doortastende opvoeder uit 1850 


maar over de kindvriendelijke versie van een eeuw later, hieronder anno 1950 (in Innovation Gent) met een modeljongetje op schoot.


Voor wie ertegen kan: hier een collectie horrorfoto's met de Amerikaanse kindervriend —de vreselijke 'Santa'— in een glansrol. Het is een eenvoudige vaststelling: in het bijzijn van de grote kindervriend zijn kinderen in het beste geval niet op hun gemak, in het slechtste geval ronduit in paniek. Voorlichting helpt weinig of niets. Om de scherpzinnige Mark Twain nog een laatste keer te citeren:

ik geloof niet aan spoken, ik ben er gewoon bang van. 

(Hoofdstuk XI van The American Claimant, originele passage hier.)

P.S. Wenst u Klaas Kapoen eens onder de guillotine te zien? Onder die naam werd anno 1800 een moordenaar opgevoerd, die terecht op het schavot eindigt. Lees en huiver.

Toegevoegd 5 december: hier nog meer over Sinterklaas.